Bij de opening van de expositie ‘Ne me quitte pas’ in het Rietveldpaviljoen
Stapels jaren bewaar ik in een lijf. Er slapen levens onder
deze huid, vreemden die een naam doorgaven en lang
geleden zijn begraven – ik zweet onzichtbaar generaties uit
en kijk met honderd dode ogen. Onder mijn tong ligt stil
een taal te rotten die ik niet kan spreken, in mijn bloedbaan
suist een traag begin dat ik niet ken, in mijn lichaam slaapt
een man die ik niet ben. Deze tragische verzameling van
spieren, kwalen en organen; stapels jaren in een vel dat knelt.
Vooral ’s nachts lig ik over mijn begin te malen,
vraag ik me hardop af wie ooit mijn naam zal dragen,
wat er later van me overblijft – vooral ’s nachts voel ik
die stapels jaren in dat afgedankte lijf van mij.