Voor de Herinneringslantaarn Amersfoort, voorgelezen tijdens de herdenkingsavond in De Lieve Vrouw op 24 oktober 2021
Zoeken
Vanochtend stond ik voor je huis. Er kwamen mensen thuis
die jou niet waren. Ze spraken met een stem die ik niet eerder
had gehoord, ze droegen kleren die jij nooit zou dragen,
ze zeiden namen die ik niet met jouw bestaan verklaren kon.
Ik zag de straat en dacht aan al die keren dat jij ditzelfde
uitzicht zag, dat jij ooit in dit uitzicht hebt gepast,
dat jij dit uitzicht was. Al die mensen die je hier ooit hebt
gegroet: wat zouden ze nu doen? Vanochtend stond ik
voor je huis en zocht naar de dagen dat je hier bestond –
ik belde aan en hoorde hoe een vreemde deurbel klonk.
Vinden
Vanmiddag, in een winkelstraat, hoorde ik een stem die als de
jouwe klonk, zag ik een gezicht en de ogen keken met een blik –
jouw blik. Je was het niet. Dat spreekt voor zich.
Je bent voorgoed verdwaald en in deze winkelstraat zoek ik ineens
naar je bestaan. Ik dacht aan al die keren dat je voor me stond,
dat je naar me keek, dat je hebt geleefd. Nu ben je geweest.
Thuis vond ik een foto waarop je er nog was: nu rust je in een
mond die vaak jouw naam herhaalt, een brein dat aan je denkt –
toen wist ik het: je bent er nog. Je kan niet weg, zolang ik weet
dat je bestond. Ik zoek niet meer, sinds ik je vond.