Bij de herdenking bij het monument aan de Appelweg
Deze muur kijkt met ogen diep als kogelgaten het verleden in en
weet dat het in de aanloop van de lente was toen hier tien levens
werden afgekapt. Nu staan we hier, de zon staat laag,
en denken we aan de mensen die hier stopten met bestaan.
Ze hadden allemaal een naam, een toekomst die nog glanzend
van geluk aan hun voeten lag tot de dag waarop een vinger
wreed een trekker vond en het knallen van de wraakzucht klonk –
de echo galmt na al die jaren net zo hard nog na, spreidt zich
uit over de straat die nu nieuwe, vrij gewaarde levens draagt.
Deze muur kijkt je aan en stelt je elke dag opnieuw een vraag:
of je nooit meer wil vergeten wat hier onomkeerbaar is verloren –
tien levens die het fluiten van een nieuwe lente nooit meer konden horen.