Bij de mars ‘Gedichten in Verzet’, tegen haat in Amersfoort
Er zijn hoofden waarin kakkerlakken wonen.
Ze leven krom, kruipen door gedachten heen,
overleven door die stugge, stroperige massa
van de vuilgebekte, opgezwollen, uitgespreide haat.
Je kunt ze bijna horen als er iemand slechte woorden
praat, je ziet ze soms als je beschaamd
de krant weer openslaat, ze schieten in de hoeken
weg van huizen waar scheefgegroeide mensen wonen.
Ze vreten onze normen aan. Knagen ongemerkt
aan onze dromen. Nestelen zich te gemakkelijk
in onze stem. Begraaf jezelf niet langer
in je eigen blik, zwijg niet als dat wordt gesteld,
wacht niet af tot iemand anders de verdelger belt.